Caritas Internationalis vraagt dat de rijkste landen klimaatsteun, in de plaats van klimaatlenigingen geven om de meest getroffen landen te steunen.
De katholieke hulporganisatie Caritas Internationalis doet bij het begin van de VN-KlimaatconferentieCOP27 in Sharm el-Sheikh (Egypte) een oproep tot meer gerechtigheid in het debat over de financiering van klimaatgerelateerde schade in de landen van het globale Zuiden. Dat moet deze landen helpen om zich beter aan te passen aan de gevolgen van de klimaatverandering.
De effecten van klimaatverandering spelen ook een almaar belangrijkere rol in de context van humanitaire hulp, stelt Oliver Müller van Caritas Duitsland. Alleen al met maatregelen om ons aan de klimaatverandering aan te passen heeft onze Duitse Caritassectie vorig jaar meer dan 1 miljoen mensen bereikt in 68 projecten wereldwijd. Müller verwijst onder meer naar het aanleren van nieuwe teeltmethodes voor de landbouw, maar net zo goed naar het bouwen van storm- en overstromingsbestendige gebouwen. Klimaatverandering tast het levensonderhoud aan van miljoenen mensen. Het hardst getroffen zijn uitgerekend diegenen die het minst eraan hebben bijgedragen, vervolgt Müller, die o.m. herinnert aan de recente verwoestende overstromingen in Pakistan. Pakistan behoort tot de tien landen ter wereld die het meest worden getroffen door de opwarming van de aarde, terwijl de 222 miljoen mensen in het op vier na grootste land ter wereld verantwoordelijk zijn voor slechts 1 procent van de uitstoot van broeikasgassen wereldwijd.
Tegen deze achtergrond roept het wereldwijde Caritasnetwerk op tot een herbezinning in het debat over de financiering van klimaatschade in armere landen. Nu al is er steun in de vorm van klimaatleningen. Die stellen echter alleen maar in staat om gevolgen op te vangen. Maar de meerderheid van de 55 landen die het meest kwetsbaar zijn voor klimaatschade hebben nu al een schuldenlast, waardoor hun situatie nog slechter wordt.