De nieuwe antibekeringswet die in Gujarat van kracht is, maakt de weg vrij voor misbruiken, omdat de bewijslast bij de beschuldigde wordt gelegd.
De jezuïet en mensenrechtenvoorvechter Cedric Prakash roept de leiding van de Indiase deelstaat Gijarat op om de nieuwe antibekeringswet te herroepen. Gujarat is al de derde deelstaat, die onder impuls van de regerende Bharatiya Janata Partij (BJP) van president Narendra Modi, zo’n strenge wet heeft goedgekeurd. En dat terwijl de deelstaat sinds 2003 al een van de strengste antibekeringswetten bezit, zegt Cedric Prakash s.j.
De wet van 1 april voorziet gevangenisstraffen van 3 tot 10 jaar en een maximale boete van 500.000 roepie (6.137 euro) voor pogingen tot bekering met geweld of met behulp van frauduleuze middelen. Organisaties die de wet overtreden, kunnen eveneens bestraft worden. Bij huwelijken moet de beschuldigde kunnen bewijzen dat dit huwelijk niet onder dwang heeft plaatsgevonden.
In de praktijk wil de wet vooral beletten dat hindoemeisjes zich voor een huwelijk tot een andere godsdienst bekeren. Ucanews
De verstrakking van de al omstreden wet versterkt volgens de jezuïet het ongrondwettelijke karakter ervan. De wet moet onmiddellijk worden ingetrokken. Volgens Prakash bestaat geen twijfel erover dat een wet zoals deze, of de recente antibekeringswetten in Uttar Pradesh en Madhya Pradesh in de strijd tegen de zogenaamde liefdesjihad, de grondrechten van burgers in India met voeten te treden. De jezuïet begrijpt ook niet waarom volwassen burgers het recht wordt ontzegd om zelf hun geloof te kiezen of om te bepalen met wie zij huwen. De nieuwe wetten versterken slechts de angst onder niet-hindoes en maken het interreligieuze koppels erg moeilijk om nog vrij een keuze te maken.