De drie Duitse theologen moesten zonder concrete beschuldiging onder vernederende omstandigheden een nacht in preventieve hechtenis doorbrengen.
Een Duitse rechtbank heeft geoordeeld dat de politie van Recklinghausen een vergissing heeft begaan met de preventieve arrestatie van drie medewerkers van het Instituut voor Theologie en Politiek (ITP) van Münster, toen ze op weg waren naar een demonstratie voor de bescherming van het klimaat. Die protestactie vond in 2020 op initiatief van een klimaatbeweging plaats in de buurt van de kolengestookte elektriciteitscentrale van Datteln IV, een van de modernste kolencentrales ter wereld, gelegen aan het kanaal van Dortmund naar Ems.
De rechtbank oordeelde dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor preventieve detentie. De advocaat van de politie argumenteerde dat kleding, het feit dat het drietal voedsel bij zich had en dat er in hun bagage ook slaapzakken en een koplamp werden aangetroffen volstond voor hun arrestatie. Maar dat bewijst volgens de rechter niet dat zij van plan waren om strafbare feiten te plegen, ook al omdat zij nooit eerder waren veroordeeld en op het moment van de detentie ook zelf hadden verklaard dat zij niet van plan waren om iets strafbaar te doen.
De theologe Julia Lis, een van de eisers, reageerde verheugd op de uitspraak. Naar eigen zeggen trachtte ze met het proces ook het misbruik van de preventieve detentie, die naar haar mening te vaak wordt gebruikt om vreedzame protestacties onmogelijk te maken, aan de kaak te stellen. Die vernederende politiepraktijk valt maar moeilijk te legitimeren in termen van mensenrechten. Daarom is het goed om de naleving van grondrechten te eisen. Medeactievoerder en theoloog Benedikt Kern vestigde gisteren na de uitspraak de aandacht op de belangrijke maatschappelijke rol van de klimaatbeweging, die moet bijdragen tot fundamentele sociale veranderingen.