In vele kerken en gezinnen duikt met de start van de advent ook de adventskrans op. Minder bekend allicht is dat die krans pas in de 19de eeuw omwille van pedagogische redenen in protestantse middens in Duitsland ontstond. Volgens historische documenten werd hij pas in 1925 voor het eerst in een katholieke kerk opgehangen.
Algemeen wordt aangenomen dat theoloog Johann Hinrich Wichern de voorloper van de adventskrans bedacht. Volgens de overlevering bleven kinderen hem maar vragen wanneer het eindelijk Kerstmis zou zijn. Om het hen gemakkelijker te maken, maakte hij in 1839 een soort kerstkalender. Hij nam een wagenwiel en plaatste daarop zoveel kaarsen als er dagen waren, van de eerste adventszondag tot kerstavond. Dat aantal kan variëren van 22 als kerstavond op de vierde zondag van de advent valt, tot maximaal 28 als kerstavond op de zaterdag na de vierde zondag valt, zoals dit jaar het geval is. In 1839 waren het er 23. Zijn eerste adventskrans, de zogenaamde Wichernkranz, bestond uit 19 kleine (voor weekdagen) en 4 grote kaarsen (voor de zondag) en was te zien in een weeshuis in Hamburg.
De krans van Hinrich had een dubbel pedagogisch doel: kinderen wisten precies wanneer het Kerstmis zou zijn en tegelijk leerden de allerkleinsten op deze manier ook nog eens tellen.
Het voorbeeld van de theoloog vond navolging in protestantse kerken en gezinnen in Duitsland. Vanaf 1860 werd het wagenwiel, dat als basis van de krans werd gebruikt, versierd met dennengroen. In 1925 werd in een katholieke Kerk in Keulen voor het eerst een adventskrans opgehangen.
Lees verder onder de foto