In november 1989 heeft een doodseskader van het leger zes jezuïeten, hun huishoudster en haar 15-jarige dochter vermoord.
Het parket van de procureur-generaal klaagt acht personen aan voor de moord op jezuïeten in 1989. De bekendste is de voormalige president Alfredo Cristiani (1989-1994) van de rechtse Arena-partij. Hij zou aanwezig geweest zijn tijdens de bijeenkomst waarop de moord tegen de jezuïeten werd gepland en bevolen. De acht beklaagden worden verdacht van moord, terreurdaden, samenzwering tot terroristische daden, procedurefraude en doofpotaffaires. Het proces is mogelijk omdat het Hooggerechtshof de omstreden gerechtelijke uitspraak van september 2020, waardoor de hoofdverdachten buitenvervolging werden gesteld, begin 2022 nietig had verklaard.
De moordpartij van het doodseskader aan de Centraal-Amerikaanse Universiteit op 16 november 1989 tijdens de burgeroorlog (1980-1992) in El Salvador zorgde destijds voor veel opschudding. Daarbij werden niet enkel zes jezuïeten onder wie 5 Spanjaarden, maar ook hun huishoudster Julia Elba Ramos en haar 15-jarige dochter Celina vermoord. Na het incident besloten de VS om de wapenleveringen stop te zetten. Later werd duidelijk dat het doodseskader was samengesteld uit leden van een elitebataljon van het Salvadoraanse leger, die de slachtpartij in opdracht hadden aangericht. De opdracht werd wellicht gegeven omdat de rector van de universiteit, pater Ignacio Ellacuria, de mensenrechtenschendingen door het militaire regime had aangeklaagd.