Emeritus paus Benedictus XVI biedt slachtoffers van seksueel misbruik in de katholieke Kerk verontschuldigingen aan, maar ontkent te hebben gelogen.
Emeritus paus Benedictus XVI, heeft vandaag in een persoonlijke brief gereageerd op de beschuldigingen in het recent gepubliceerde rapport over seksueel misbruik in het aartsbisdom München en Freising, waarvan hij van 1977 tot 1981 aartsbisschop was. Daarin biedt hij nogmaals zijn verontschuldigen aan tegenover alle slachtoffers van seksueel misbruik. Benedictus schrijft de vergissingen en fouten uit het verleden ten diepste te betreuren, maar verdedigt zich tegelijk tegen de beschuldiging dat hij als aartsbisschop gevallen van misbruik in de doofpot zou hebben gestopt. Hij voegt eraan zich diep gekwetst te voelen door het feit dat zijn oprechtheid in twijfel werd getrokken en sommigen hem zelfs hebben proberen af te schilderen als een leugenaar.
Diepe schaamte en oprechte verontschuldigingen
Emeritus paus Benedictus XVI herinnert eraan dat hij tijdens zijn verschillende apostolische reizen meermaals mensen heeft ontmoet die seksueel werden misbruikt door priesters. Net als bij die ontmoetingen kan ik alleen maar nogmaals mijn diepe schaamte, erge pijn en oprechte verontschuldigingen uitspreken tegenover alle slachtoffers van seksueel misbruik. Ik heb grote verantwoordelijkheden gedragen in de katholieke Kerk. Mijn pijn is des te groter voor de overtredingen en fouten die tijdens mijn ambtstermijn en op de betrokken plaatsen hebben plaatsgevonden. Elk geval van aanranding is afschuwelijk en onherstelbaar. De slachtoffers van seksueel misbruik hebben mijn diepste medeleven en ik betreur elk afzonderlijk geval. Zelfs als ik iets minder dan vijf jaar aartsbisschop van München en Freising kon zijn, blijft mijn diepe verbondenheid met het aartsbisdom bestaan.
Lees verder onder de foto.
Benedictus komt ook nogmaals terug op zijn vergissing in verband met zijn deelname aan de bewuste bisschopsraad in München, waar overlegd werd over de overplaatsing van een priester uit Noordrijn-Westfalen, die van ernstig misbruik werd verdacht, naar Beieren. In het massieve werk van die tijd - het uitwerken van mijn standpunt - is er een onoplettendheid opgetreden met betrekking tot mijn deelname aan de kanselarijvergadering van 15 januari 1980. Deze fout, die helaas is opgetreden, was niet opzettelijk gewild en is, naar ik hoop, ook verschoonbaar. Dat de onoplettendheid werd gebruikt om twijfel te zaaien over mijn waarachtigheid en zelfs om mij af te schilderen als een leugenaar, heeft me diep getroffen.
Samen met de brief van de emeritus paus publiceerde het Vaticaan vanmiddag ook een verklaring van het juridische team dat Benedictus XVI adviseerde in verband met het Münchense misbruikrapport. Ze lichten daarin uitgebreid toe hoe de redactionele fout tot stand is gekomen in hun toelichting voor het misbruikrapport van München en gaan ook nader in op vier controversiële punten in het rapport. De advocaten benadrukken daarin dat de deelname aan die bijeenkomst niet bewijst dat de toenmalige aartsbisschop ook op de hoogte was van eerder misbruik door de priester uit Essen. Het seksuele misbruik van de man, die later opnieuw slachtoffers zou maken, was zoals ook uit de notulen van de vergadering blijkt, toen niet aan de orde.