Volgens de Ethiopische bisschoppen dankt premier Ahmed Ali de Nobelprijs aan de inzet voor vrede tussen aartsvijanden Ethiopië en Eritrea.
Eparch Musiè Ghebreghiorghis, van het eparchaat Emdebir, bevestigt dat de Ethiopische bisschoppen gelukkig zijn met de toekenning van de Nobelprijs voor de Vrede aan premier Abiy Ahmed Ali, met zijn 44 een van de jongste leiders van Afrika. De bisschoppen loven vooral zijn aandeel in het herstel van het vertrouwen tussen Ethiopië en Eritrea, na een decennialange impasse. In een interview met Radio Vaticaan brengt de eparch ook hulde aan de bijdrage van de premier in het voorbije anderhalf jaar sinds zijn aantreden tot de verzoening, solidariteit en sociale rechtvaardigheid in eigen land, ook al valt er nog een lange weg te gaan.
Mgr. Ghebreghiorghis: In minder dan een maand tijd slaagde Abiy Ahmed Ali erin om met een handdruk vrede te brengen. De grenzen waren gesloten, nu zijn ze open. De handel was helemaal geblokkeerd, nu is alles weer open. Bovendien heeft hij zich ook ingezet om de vrede in Zuid-Soedan, Somalië en de buurlanden te bevorderen. We beschouwen hem als een profeet die is gezonden door de Heer. De bisschop looft hem ook omdat hij opnieuw hoop geeft aan de jongeren: Eritrea was volledig geïsoleerd van de internationale gemeenschap. Veel jonge mensen zijn hun land ontvlucht om een beter leven te vinden en velen hebben hun leven verloren op de weg, in de woestijn of op zee. Het is een tragische situatie die de geschiedenis zich zal herinneren.
Katholieken vormen in Ethiopië een minderheid. Wij vertegenwoordigen niet een 1 procent van de bevolking, ongeveer 700.000 mensen, zegt mgr. Ghebreghiorghis. Desondanks staan we in voor een kwart van de sociale activiteiten in het land.