Filipijnse antiterrorisme- en soortgelijke wetten worden gebruikt tegen mensenrechtenverdedigers, waaronder veel predikanten en kerkleden.
Mervin Toquero, programmasecretaris van de Nationale Raad van Kerken op de Filipijnen (NCCP), heeft op 22 maart tijdens een toespraak tot de 52ste sessie van de VN-Mensenrechtenraad zijn bezorgdheid uitgesproken over de aanhoudende mensenrechtenschendingen in zijn land. Hij vroeg steun voor de verdediging van de mensenrechten op de Filipijnen en de bescherming van mensenrechtenverdedigers. Ook onder het bewind van president Ferdinand Marcos jr. blijven drugsgerelateerde moorden straffeloos plaatsvinden met sinds juli 2022 ondertussen al 223 slachtoffers. Sinds de tijd van president Rodrigo Duterte worden daders nauwelijks nog ter verantwoording geroepen.
Mervin Toquero doet een beroep op de VN en de internationale gemeenschap om de politieke leiding in zijn land te bewegen tot de intrekking van de antiterreurwet en de goedkeuring van een wet voor de bescherming van mensenrechtenverdedigers. Vandaag vormen mensenrechtenverdedigers, met onder meer veel kerkmensen en humanitaire hulpverleners, het doelwit van de antiterrorismewet en andere gerelateerde wetten. Glofie Baluntong, predikant van de Verenigde Methodistische Kerk en humanitair werker, wordt valselijk beschuldigd van moordpoging. Ook Peti Enriquez, een staflid van de NCCP en een land- en milieuverdediger, wordt ten onrechte beschuldigd van schendingen van het internationale humanitaire recht. De VN moeten volgens hem bij zijn land ook erop blijven aandringen om samen te werken met het Internationale Strafhof, zodat er een einde komt aan de straffeloosheid.