De moorden vonden op 30 december gelijktijdig plaats in de dorpen Tapaz, Capiz en Calinog in de provincie Iloilo.
Verantwoordelijken van de Filipijnse katholieke kerk hebben de moorden op boeren en leden van de inheemse bevolking van verschillende dorpen op de Visayas-archipel tijdens een gezamenlijke operatie van de politie en het leger in niet mis te verstane bewoordingen veroordeeld. De actie was officieel gericht tegen communistische rebellenen wordt door de betrokken verantwoordelijken van politie en leger omschreven als een daad van zelfverdediging.
Zaterdag publiceerde het Centrum voor Sociale Actie (Casac) van het aartsbisdom Capiz een verklaring waarin de slachtpartij van eenvoudige boeren en leden van een inheemse stam streng wordt veroordeeld. Volgens het aartsbisdom toont het incident hoe het bestaande klimaat van angst en straffeloosheid in het land almaar verder erop achteruit gaat.
Het is op Filipijnen al lang niet meer uitzonderlijk dat de overheid boeren, inheemse volkeren en activisten die zich inzetten voor het recht op land viseert en desnoods om het leven laat brengen. Die acties zijn vooral gericht tegen bewoners van het eiland Negros van de Visayas-archipel. Sinds de moord op de boerenleider Alexander Ceballos in januari 2017 werden in de periode tot december 2020 minstens 84 mensen vermoord.