De ultra-orthodoxe gemeenschap, ongeveer 12 procent van de Israëlische bevolking, is in deze paasdagen erg getroffen door het coronavirus. Dat is vooral het gevolg van culturele factoren, zoals grote gezinnen, de toewijding aan religieuze rituelen en het belang van gemeenschapsbijeenkomsten, in combinatie met het traditionele verzet van de ultra-orthodoxe rabbijnen tegen extern gezag. Alles samen zorgt het ervoor dat het coronavirus zich bijna ongeremd kon blijven verspreiden op familie- en gemeenschapsbijeenkomsten, onder het Poerrimfeest.
HUn levensstijl en het wantrouwen tegenover de buitenwereld zorgden mee ervoor dat Bnei Brak, een door chassidische joden gedomineerde gemeente ten oosten van Tel Aviv, een van de belangrijkste brandhaarden van het coronavirus in Israël werd. Medische verantwoordelijken in Israël vrezen dat 40 procent van de zowat 200.000 inwoners van Bnei Brak - een heus doolhof van 2,7 vierkante kilometer met dicht opeengepakte appartementen, scholen en winkels - besmet raakt. De gemeente is door de overheid volledig van de buitenwereld afgesloten, inclusief controles met politiehelikopters, patrouilles in de straten en wegversperringen van het leger bij het in- en uitrijden.
Die dramatische omstandigheden beletten prominente chassidische rabbijnen nog altijd niet om hun gelovigen te blijven aansporen om de overheidswaarschuwingen te negeren en de aanbeveling voor voldoende sociale afstand naast zich neer te leggen. Daardoor moest het Israëlische leger een 4.500 tal inwoners van 80 jaar en ouder uit Bnei Brak soms zelfs met geweld uit hun huizen halen en in hotels onderbrengen. Slechts een honderdtal oudere en besmette inwoners stemde vrijwillig ermee in om geëvacueerd te worden.
Ook de minister van Volksgezondheid, Yaakov Litzman, een ultraorthodoxe rabbijn, en zijn vrouw, Hava, zijn ondertussen positief getest op het virus. Litzman verzette zich wekenlang tegen maatregelen die de tradities en rituelen van zijn gemeenschap zouden aantasten. Wegens zijn vele ontmoetingen met Litzman ging intussen ook premier Benjamin Netanyahu veiligheidshalve in quarantaine.
Politiewoordvoerder Micky Rosenfeld waarschuwt ervoor dat het erg moeilijk is om essentiële gezondheidsrichtlijnen te verspreiden in een gemeenschap waarvan de leden niet online zijn, geen telefoon, radio of televisie hebben en niet weten wat er in het echt gebeurt in de wereld. Hij verwijt de overheid dat die het heeft nagelaten om artsen naar de rabbijnen te sturen om hen voor het dreigende gevaar te waarschuwen en hen voor zich te winnen. De tol die de ultra-orthodoxen in Israël daarvoor moeten betalen, dreigt erg hoog te op te lopen.
Bron: Haaretz/Los Angeles Times