De Poolse priester-professor Tadeusz Guz rakelde in een toespraak in Warschau de antisemitische mythe van de bloedsmaad op zonder die te weerleggen.
Zygmunt Stępiński, de directeur van het Museum voor de Geschiedenis van de Poolse Joden (POLIN), vraagt de schorsing van de Poolse priester-professor Tadeusz Guz. Die rakelde in een toespraak in Warschau de eeuwenoude beschuldiging van bloedsmaad op, waarbij joden ervan beschuldigd worden kinderen te hebben ontvoerd en vermoord als onderdeel van hun religieuze rituelen. De beschuldiging, die doorheen de geschiedenis een drijvende kracht was achter het antisemitisme, steekt al sinds de middeleeuwen met de regelmaat van klok op verschillende plaatsen in Europa de kop op en resulteerde vaak in een opstoot van antisemitisme tot zelfs de regelrechte vervolging van joden.
Tadeusz Guz zei: De feiten van rituele moorden kunnen niet uit de geschiedenis worden gewist ... omdat de Poolse staat in de archieven documenten heeft die daarover getuigen. Stępiński herinnert aan de nefaste gevolgen van de zogenaamd blood libel (bloedsmaad), die in het midden van de 12de eeuw voor het eerst in Engeland is opgedoken en sinds de 18de eeuw ook in Polen ruim verspreid raakte. Nog in 1946 droeg een bewering dat joden een Pools kind hadden ontvoerd ertoe bij dat een pogrom plaatsvond in Kielce, waarbij 42 joden werden gedood. Hoewel dergelijke beweringen pertinent vals bleken - en nu algemeen worden aanvaard als antisemitisch – maakte een onderzoek van de Universiteit van Warschau in 2017 nog duidelijk dat 24,5 procent van de Polen het ermee eens zijn dat dergelijke ontvoeringen hebben plaatsgevonden.
Guz uitte zijn omstreden beschuldiging van bloedsmaad in mei 2018. Na de stroom van verontwaardigde reacties startte de Universiteit van Lublin een onderzoek. Maar in oktober 2020 werd dat onderzoek afgesloten omdat de priester-prof volgens de commissie een persoonlijke standpunt had geformuleerd buiten zijn academische werkplek. De commissie veroordeelt de beschuldiging van bloedsmaad, maar stelt vast dat zij helaas nog altijd door vele Polen wordt gedeeld en – en vandaar de verontwaardiging van directeur Stępiński van het POLIN – dat zij nog altijd een voorwerp is van academische discussie.