Kardinaal Angelo Bagnasco, emeritus aartsbisschop van Genua en voorzitter van de Raad van Europese Bisschoppen (CCEE), is ontgoocheld omdat een solidair Europa toch o zo verschrikkelijk traag op gang komt. Tegelijk erkent hij dat die solidariteit niet kan opgelegd worden. Het is duidelijk dat sommige landen een andere visie hebben op de Europese Unie en op Europese samenwerking. Van de week nog stelden de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Emmanuel Macron de oprichting voor van een noodfonds van 500 miljard euro voor gerichte en tijdelijke steun na de coronacrisis. Maar die plannen kregen meteen ook veel tegenwind.
Telkens zijn er een aantal Europese landen die de andere richting willen uitgaan, waardoor de Europese solidariteit elke keer opnieuw wordt uitgehold.
De kardinaal, sinds 2016 voorzitter van de CCEE, heeft het naar eigen zeggen vooral moeilijk met die gang van zaken. Hij groeide zelf op in een eenvoudig arbeidersgezin, met een vader die de hele dag en soms ook 's nachts werkte. Hij beseft dat de nieuwe mentaliteit in een aantal Europese landen slechts vanuit het hart, vanuit de ziel moet groeien, als de solidariteit meer wil zijn dan een façade.
Kardinaal Bagnasco verwijst naar de oproep van paus Franciscus aan Europa tot eenheid, maar ook tot het herontdekken van de wortels van de Europese eenmaking. Vandaag denken nog te veel lidstaten aan het eigen belang. Pas dan aan de Europese gemeenschap. Voor de katholieke Kerk ziet hij een taak weggelegd om de Europese eenmaking en Europese solidariteit te steunen. Maar zonder te schreeuwen en zonder zich schuldig te maken aan een vorm van kolonialisme. Kerken kunnen ervoor zorgen dat de EU sterker een waardengemeenschap wordt.
Bron: SIR/Religion Digital