De mijnwerkers werden meegesleurd door een gigantische moddergolf nadat de waarschuwingen over de zware regenval door de directie waren genegeerd.
De 172 mijnwerkers, die eind vorige week zijn omgekomen bij een aardverschuiving in de jademijn in de noordelijke staat Kachin in Myanmar, onderstreept kardinaal Charles Maung Bo, de aartsbisschop van Yangon. Volgens de kerkleiders zijn zij het slachtoffer van de hebzucht en de totale nalatigheid en arrogantie van bedrijven die de armen in het land blijven ontmenselijken. Zij zijn bedolven onder een lawine van onrecht, zegt kardinaal Bo zonder omwegen. Hij hoopt dat de tragedie ervoor zorgt dat eindelijk werk wordt gemaakt van economische en ecologische rechtvaardigheid.
In Myanmar vallen jaarlijks tientallen doden in mijnen. Mijnbedrijven in Kachin proberen zo snel mogelijk edelstenen te winnen om te voldoen aan de grote vraag naar jade uit China en dat gaat ten koste van de veiligheid én het milieu. Slachtoffers behoren veelal tot achtergestelde etnische minderheden. In april vorig jaar deed zich al eens een gelijkaardige ramp voor in een andere mijn in Myanmar. Toen vielen er 54 doden.