Vanaf de vroege middeleeuwen drukte de katholieke Kerk via de uitbating en verhuur van wijngaarden een sterke economische stempel in en om Sion.
De Zwitserse wijn is veel minder bekend dat de Franse, Italiaanse, Spaanse en Duitse wijn. Nog minder bekend is de rol van monniken en de katholieke Kerk in de uitbouw van de wijngaarden in de regio van Sion. Historische documenten maken duidelijk dat er onder impuls van het kapittel van Sional in de 12de eeuw een levendige wijnhandel was.
Documenten van ca 1300 vermelden dat de kanunniken van het kapittel van Sion zowel in percelen wijngaard als vaten wijn werden betaald. Uit een document van 1338 blijkt dan weer dat de bisschop van Sion zijn geestelijken verbood om drankgelegenheden te bezoeken en in het openbaar te drinken. Dat belette hem overigens niet om zijn personeel deels in vaten wijn te betalen. Voor de arbeid op de wijngaard hadden geestelijken slechts weinig tijd. Daarom werden arbeiders tewerkgesteld en werden de gronden van de wijngaarden door de geschiedenis heel almaar vaker verhuurd aan wijnboeren. Zo drukte de kerkleiding ook een sterke stempel op de twerkstelling en het economische leven in de regio.
Vandaag zijn de kerkelijke wijngaarden ondergebracht in een coöperatie. Een document uit 1443 vermeldt de tuinen met wijnstokken, gelegen achter de kathedraal van Sion. In het midden van de 16de eeuw waren er 21 tuinen waar wijn verbouwd werd in het centrum van Sion. Stéphane Vergère, kanselier van het bisdom Sion zegt daarover: Vandaag bezit de katholieke Kerk nog altijd 32 hectare wijngaarden. De wijngaard van het kapittel vertegenwoordigt 15 hectare, de wijngaard van de bisschop beslaat zeven hectare.