Paus Franciscus heeft, op de derde en laatste dag van zijn bezoek aan Kazchstan, de bisschoppen, priesters en religieuzen ontmoet in de Moeder Gods van Altijddurende Bijstandkathedraal in de hoofdstad Nur-Sultan, die opnieuw haar oude naam Astana zal terugkrijgen. Hij drukte de lokale geloofsgemeenschap op het hart zich niet te fixeren op rigide regels en voorschriften of heimwee te hebben naar de vroegere traditie in de Kerk. Hij moedigde hen aan om door hun nabijheid tot de mensen, levende iconen van het barmhartige hart van Christus te zijn.
Dialoog
De paus benadrukte dat de katholieke Kerk in dit land door haar kleine gemeenschap aangewezen is op de andere kerken en geloofsgemeenschappen. Alleen samen in dialoog en wederzijdse acceptatie kunnen wij echt iets goeds bereiken voor het welzijn van iedereen. Het is de bijzondere taak van de Kerk in dit land om geen groep zijn die vastzit in dezelfde oude manier van doen of zich terugtrekt in zijn schulp omdat ze klein aanvoelt, maar om een gemeenschap te zijn die openstaat voor Gods toekomst.
De paus sprak vanmorgen vroeg met een delegatie met 19 van de 25 jezuïeten uit de hele Russische regio in de apostolische nuntiatuur. Volgens pater Antonio Spadaro, directeur van het jezuïetentijdschrift La Civilità Cattolica, ging het er onder confraters erg openhartig aan toe bij het gesprek van een uur en een kwartier. De paus herinnerde zijn medebroeders aan hun missie om mensen nabij te zijn. Hij benadrukte het belang van de oecumene, die erg belangrijk is in deze Aziatische regio waar katholieken een minderheid vormen. De jezuïeten brachten op hun beurt verslag uit van de politiek-kerkelijke situatie waarin zij zich bevinden.