Het ongenoegen van Koptische christenen over gebrek aan bescherming richt zich tegen de Egyptische regering, die wordt opgeroepen om af te treden.
Na de moordende aanslag in de Sint-Marcuskathedraal in Caïro van zondag hebben de kopten massaal geprotesteerd tegen de Egyptische regering. De koptische christenen, goed voor naar schatting 10 procent van de Egyptische bevolking, verwijten president Abdel Fattah El-Sisi dat de overheid opnieuw er niet is in geslaagd hen afdoende te beschermen. De betogers eisten het aftreden van de regering.
Bij de ontploffing van de bom, die achtergelaten was naast het altaar in een van de kapellen van de kathedraal, vielen zondag 23 doden en bijna honderd gewonden, waarvan er enkele heel slecht aan toe zijn. De regering heeft sterke vermoedens dat de aanslag het werk is van leden van de extremistische Moslimbroederschap en heeft de bomaanslag meteen scherp veroordeeld. Er zijn drie dagen van nationale rouw afgekondigd.
Internationale solidariteit
Paus Franciscus was zondag een van de eersten om de aanslag in Caïro te veroordelen. Hij sprak al tijdens het Angelus zondagmiddag zijn medeleven uit met de Koptisch-orthodoxe patriarch Tawadros II en vroeg te bidden voor de slachtoffers en hun families. De Wereldraad van Kerken (WCC) publiceerde zondagavond al een veroordeling van wat dodelijkste aanlag tegen de christelijke minderheid in de Egyptische geschiedenis moet zijn. De WCC dringt aan op een betere bescherming van de religieuze minderheden in Egypte. Olav Fykse Tveit, de secretaris-generaal van de WCC, schrijft: Het bloedbad heeft laten zien hoe sterk christenen in Egypte en het hele Midden-Oosten worden bedreigd. Fykse bestempelt de slachtoffers als martelaren van het geloof.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.