De begrafenis van de slachtoffers van de aanslag op twee bussen met koptische christenen in omgeving van de stad Al-Minya, ten zuiden van Caïro, is uitgegroeid tot een indrukwekkende protestmars. Bij de aanslag vielen zeven doden, twaalf anderen raakten (zwaar)gewond. De slachtoffers waren op de terugweg van een doopsel in het Sint-Samuelklooster.
De rouwstoet droeg een groot houten kruis waarop bloed was geschlderd mee. In gezangen klonk het onder meer zo: We zullen hen wreken of sterven zoals zij. Ze eisten niet langer woorden, maar daden van de Egyptische regering. De Koptisch-orthodoxe bisschop van Minya, Macarius, probeerde de menigte te kalmeren. Maar ook hij liet verstaan dat christenen niet mogen buigen voor intimidatie en bloedvergieten niet langer lijdzaam ondergaan.
Regering en moslimleiders veroordelen laffe aanval
De Egyptische president Abdel Fattah al-Sisi heeft de aanslag meteen en in scherpe bewoordingen veroodeeld. Hij betuigde zijn medeleven met de slachtoffers en hun families. Hij herhaalde dat zijn regering het terrorisme vastberaden zal blijven bestrijden. Ook verantwoordelijken van de Al-Azhar Universiteit in Caïro, de meest gezeghebbende academische instelling in de soennitische wereld, spreken van een laffe aanval.
In mei 2017 vonden bij een terreuraanslag op een bus met koptische bedevaarders naar hetzelfde Sint-Samuelklooster al 30 mensen de dood. Ook die aanslag werd opgeëist door Islamitische Staat (IS).
Bron: Kathpress.at