In en om de havenstad en toeristische trekpleister Caesarea Maritima worden al tientallen jaren archeologische opgravingen gedaan.
De Israëlische overheid en de Dienst voor Toerisme willen de stad Caesarea, waarvan de geschiedenis nauw met de kruistochten is verbonden, nadrukkelijk als kruisvaarderstad en als toeristische trekpleister in de markt plaatsen. Dat is mogelijk dankzij een indrukwekkende steun van 35,7 miljoen euro. Dat bedrag werd de afgelopen jaren door deEdmond Rotschildstichting in de restauratie van de stadsmuren, de vestingtorens en de kruisvaardersmarkt geïnvesteerd, om deze toegankelijk te maken voor het publiek.
De ontwikkeling van de kruisvaardersmarkt en de promenade moeten het toeristische aanbod voor bezoekers uit de hele wereld verbeteren, stelde Ariane de Rothschild bij de opening. Deze investering heeft tegelijk een gunstige sociale en economische impact op Haifa, deze stad en de hele regio van Tel Aviv.
De havenstad Caesarea Maritima werd in de 4de eeuw voor Christus door de Feniciërs gesticht. In de Romeinse tijd werd de stad door koning Herodes de Grote uitgebreid en verfraaid. Hij gaf de stad ook de naam Caesarea, als eerbetoon aan keizer Caesar Augustus. Na de val van Jeruzalem werd het de nieuwe provinciale hoofdstad. In de zevende eeuw werd Caesarea door de Arabieren veroverd, maar later werd de stad door de kruisvaarders heroverd. De kruisvaarders namen ook de haven, die ondertussen was verzand, opnieuw in gebruik. Tussen 1101 en 1187 vormde Caesarea een kruisvaardersrijk en werd er een aartsbisdom opgericht. Daarna viel de stad opnieuw in handen van de Arabieren om dan in de 16e eeuw onderdeel te worden van het Ottomaanse Rijk.