Sedert 2014 ontmoeten vertegenwoordigers van de levensbeschouwingen, d.w.z. de erkende erediensten en het vrijzinnige humanisme, elkaar geregeld voor overleg in de Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog (VILD) over diverse aspecten van beleid en samenleving. Sinds 2 juni 2017 is de VILD een overlegplatform tussen de erkende levensbeschouwingen en de Vlaamse overheid. Vanuit deze dialoog is dit memorandum ontstaan voor de verkiezingen van 26 mei 2019.
Levensbeschouwingen zijn waardevol in onze samenleving. Ze zijn een belangrijke zingever voor mensen en dragen bij aan gemeenschapsvorming. Dit is een blijvende noodzaak in een maatschappij met een gemiddeld grote welstand, maar ook met duidelijke problemen rond vereenzaming en armoede. Vele vrijwilligers en professionals die dagelijks het beste van zichzelf geven zijn levensbeschouwelijk geïnspireerd; zij bouwen mee aan een meer verbonden samenleving. De levensbeschouwingen zouden daarom door de overheid naar waarde moeten worden geschat en positief bejegend.
Het memorandum omvat vier onderdelen:
- vrijheid en respect
- solidariteit
- vertegenwoordigers levensbeschouwingen
- levensbeschouwing en neutraliteit
In het eerste onderdeel benadrukken de ondertekenaars dat de rechtsstaat tot taak heeft de vrijwaring van de gewetensvrijheid en de daarop gebaseerde vrije meningsuiting. De erediensten en levensbeschouwingen hebben een eigen inbreng in het maatschappelijk debat in respect voor de ander.
Onder het kopje solidariteit wordt uitgaande van de waardigheid van de mens opnieuw aandacht gevraagd voor de armoede- en vluchtelingenproblematiek.
Betreffende de vertegenwoordigers van de levensbeschouwingen wordt gepleit voor verbeteringen aan het statuut van aalmoezeniers/consulenten in het leger, gevangenissen, ziekenhuizen en aanverwante instellingen, evenals voor een salariëring van bedienaren van de eredienst en moreel consulenten die rekening houdt met hun opleidingsniveau en hun verantwoordelijkheden. Tevens worden de gewestregeringen opgevorderd de reeds ingediende dossiers betreffende niet-erkende plaatselijke geloofsgemeenschappen zo spoedig mogelijk goed te keuren, uiteraard voor zover er geen ernstige tekortkomingen worden geconstateerd. De levensbeschouwingen staan open voor een overleg over welk beleidsniveau het meest geschikt is voor het financiële en materiële beheer (zoals kerkfabrieken) van de betrokken lokale levensbeschouwelijke gemeenschap: gemeentelijk, provinciaal of gewestelijk. Ook pleit men voor een financiële tussenkomst op federaal niveau voor de subsidiëring van het representatieve orgaan van de erkende erediensten en het vrijzinnig humanisme.
Behoud van 2 lesuren godsdienst of niet-confessionele zedenleer
Ten slotte wordt benadrukt dat het individu en de samenleving nooit levensbeschouwelijk neutraal kunnen zijn. Bij een interlevensbeschouwelijke dialoog en bij de behandeling van levensbeschouwingen in de media moeten de levensbeschouwingen zelf aan het woord kunnen komen. Voor het onderwijs betekent dit dat de leerkrachten van de verschillende levensbeschouwingen geëngageerd betrokken blijven en dat het behoud van twee uren godsdienst of niet-confessionele zedenleer aangewezen is, onder meer om te kunnen werken aan de realisatie van de interlevensbeschouwelijke competenties. Op radio en televisie is het aangewezen dat de levensbeschouwingen opnieuw zichzelf voldoende kunnen presenteren.
Lees de volledige tekst van het memorandum van de erkende erediensten en het vrijzinnige humanisme.