Een Ethiopische christelijke leider vraagt een internationaal onderzoek naar de moord op honderden christenen, inclusief zwangere vrouwen, kinderen en hele gezinnen. Volgens hem trokken islamitische milities van huis tot huis in delen van de provincie Oromia, ten zuidoosten van Addis Abeba. Volgens schattingen werden meer dan 500 burgers gedood.
Volgens een ooggetuige vertelden de aanvallers dat alleen wie in gebed neerknielt voor Allah een echte Oromo is.
Volgens het Barnabas Fonds zijn de moorden gestart na de gewelddadige dood van de populaire Oromo-zanger, Hachallu Hundessa. Die werd op 29 juni doodgeschoten in de buitenwijken van de hoofdstad. Zowel de aanvallers als de christelijke slachtoffers behoren tot de Oromo, de belangrijkste etnische groep in het land.
Bij huis-aan-huisaanvallen in de steden Arsi Negele, Ziway, Shashemane, Gedeb Asasa, Kofele, Dodola, Adaba, Robe, Goba, Bale Agarfa, Chiro, Harar, Dire Dawa, Adama, Dera, Asela en Kembolcha arriveerden de Qeerroo-extremisten in auto's en gewapend met geweren, machetes, zwaarden en speren.
Sinds september 2018 zijn er door gewelddadige etnische botsingen ongeveer twee miljoen Ethiopiërs intern ontheemd.
Volgens het Barnabas Fonds probeerde de regering het internet in de regio enkele weken lam te leggen om het aanzetten tot geweld via sociale mediakanalen te verminderen. De regering reageerde te traag om de gruweldaad te stoppen, die wordt vergeleken met de golf van moorden die leidde tot de genocide in Rwanda. Volgens contactpersonen van het Barnabas Fonds blijft de gerichte genocide tegen christenen door extremisten voortduren.
Bron: Barnabas Fonds