Wie met Christus op pad gaat, kent volgens paus Franciscus geen verveling, vermoeidheid en verdriet, omdat hij het leven telkens nieuw maakt.
Deze ontmoeting aan de vooravond van de speciale missiemaand oktober stelt ons in staat om al samen na te denken over de missie en bovenal om Gods genade in te roepen. Dat zei paus Franciscus maandag tijdens een ontmoeting met de verantwoordelijken van de Italiaanse zendingsinstituten. Missionering gebeurt niet alleen vanuit Europa naar de rest van de wereld, maar ook in de omgekeerde richting en daar worden beide partners rijker van.
De paus vertelde de aanwezigen over zijn ervaring tijdens de 32ste algemene congregatie van de Sociëteit van Jezus in 1974, toen alle superieuren nog Europeanen waren. Een jezuïet speculeerde toen dat de jezuïetenorde misschien weldra door een overste uit India of Afrika zou worden geleid. Hoeveel religieuze congregaties hebben tegenwoordig general oversten uit die landen! Ook de jezuïeten hebben vandaag een Latijns-Amerikaanse overste. Wat een utopie was in 1974, is vandaag realiteit.
Over de missionarissen zelf vertelde de paus dat die zonder berekening erop uit trekken, vertrouwend op Jezus: Er is een mystiek van zending, een dorst naar gemeenschap met Christus door getuigenis … Het is noodzakelijk om deze mystiek opnieuw te ontdekken in al haar fascinerende schoonheid, omdat ze haar buitengewone kracht voor altijd blijft behouden.