Volgens de Oekraïense overheid respecteert de nieuwe wet de religieuze vrijheid en de gelijkwaardigheid van alle geloofsgemeenschappen.
De Oekraïense president Petro Porosjenko heeft afgelopen weekend de controversiële wet op de vrijheid van geweten en religieuze organisaties ondertekend, die donderdag door het parlement was goedgekeurd. De wet impliceert dat de naam van religieuze organisaties waarvan het administratieve centrum zich buiten Oekraïne bevindt, dat al in de naam moeten aangeven. De voorwaarde is slechts van kracht als het administratieve centrum is gevestigd in een staat die volgens de wet als een militaire agressor tegen Oekraïne en/of als een bezettende macht van een deel van het grondgebied van Oekraïne handelt.
Volgens de Oekraïens-orthodoxe Kerk van het patriarchaat van Moskou schendt de wet de religieuze vrijheid van miljoenen orthodoxe gelovigen in Oekraïne.
Gericht tegen Rusland
Er bestaat geen twijfel over dat de wet tegen Rusland en de Russisch-orthodoxe Kerk van het patriarchaat van Moskou is gericht. President Porosjenko: Mensen hebben het grondwettelijke recht op een vrije godsdienstkeuze. Deze wetswijzigingen creëren betere voorwaarden voor de uitoefening van een dergelijk recht om te beslissen tot welke orthodox rechtssysteem burgers willen behoren.
Strijd tegen de terreur
Eerder keurde de Staatsdoema (het lagerhuis van het Russische parlenent) een aantal wetten goed tegen buitenlandse invloeden op religieuze organisaties. Daarbij moesten kerken en organisaties zich opnieuw registreren en buitenlandse bronnen van financiering openbaar maken. Die wetten waren naar verluidt een onderdeel van de strijd tegen de terreur, al troffen zij in de praktijk ook de katholieke Kerk en vooral kleinere protestantse kerkgemeenschappen.