Dat het bloed van Sint-Januarius op 16 december niet vloeibaar werd, wordt door de Napolitanen als een teken van onheil beschouwd.
Er heerst ongerustheid bij de Napolitanen omdat het bloed van deheilige Januarius, de patroonheilige van Napels, vrijdag niet vloeibaar werd. Het is al dertig jaar geleden dat dit niet meer is gebeurd. De bewaker van de relikwie, mgr. Vincenzo De Gregorio, riep de gelovigen in de kathedraal op om niet in paniek te raken. Hij vroeg hen om te blijven bidden.
Drie keer per jaar, vooral op de feestdag van Sint-Januarius in september, stromen duizenden toe in de kathedraal van Napels om te zien of het gestolde bloed van de heilige vloeibaar wordt. Dat is ook het geval op 16 december, de dag van de herdenking van de waarschuwing voor de uitbarsting van de Vesuvius in 1631.
Het uitblijven van het wonder wordt door de Napolitanen beschouwd als de aankondiging van naderend onheil. Dat was onder meer het geval in 1939, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. De laatste keer dat het mirakel uitbleef, was in 1980. Toen vonden er 2.900 mensen de dood bij een aardbeving in Irpinia. Het was de meest verwoestende natuurramp in de Italiaanse naoorlogse periode.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.