Doen de wijwaterdispenser en communietang definitief hun intrede in onze kerken? De Oostenrijkse liturgist Feulner vraagt het zich luidop af.
De Oostenrijkse hoogleraar liturgie Hans-Jürgen Feulner roept de katholieke kerkgemeenschap bij de start van de veertigdagentijd op om na te denken over de langetermijngevolgen van de coronapandemie op het verloop van de eredienst in onze kerken. In een interview met het persagentschap Kathpress stelt hij onder meer dat een zondagsviering met een wijwaterdispenser (een elektrisch apparaat dat zorgt voor een makkelijke dosering van wijwater om besmetting te voorkomen) en een communietang om de hostie aan de gelovigen aan te reiken zonder die te moeten aanraken niet valt uit te sluiten. Ook in de toekomst moeten wij erover blijven waken dat de gezondheid van de gelovigen niet in het gedrang komt. Anderzijds waarschuwt hij nadrukkelijk voor moedeloosheid of overbezorgdheid, omdat die een normale hervatting van de erediensten in de weg kunnen staan. Wij zullen een nieuw evenwicht moeten vinden, luidt zijn advies.
Pestepidemie
Prof. Feulner herinnert eraan dat het niet de eerste keer is dat de katholieke Kerk met een ernstige epidemie wordt geconfronteerd. Dat was onder meer het geval bij de grote pestepidemieën in de 14de eeuw, maar ook in de eeuwen daarna. Dat zorgde mee ervoor dat bij een open raam moest worden gebiecht en het resulteerde in de invoering van de pestlepel of het gebruik van een tang met een lange steel bij de uitreiking van de communie. Sint-Carolus Borromeos (overleden in 1584) gaf priesters uit Milaan die geen pestlepel gebruikten, zelfs het advies om hun vingers boven een kaarsvlam te houden nadat ze de communie hadden uitgereikt. Tijdens epidemieën gebeurde de ziekenzalving vaak met een houten of zilveren staafje waarvan aan het uiteinde een stukje katoen of iets dergelijks werd vastgemaakt. Ook voor eucharistievieringen voor leprapatiënten bestonden speciale voorschiften. Een van de voorschriften was dat die aan het einde van de eucharistie altijd achterstevoren uit de kerk moesten getrokken worden en teruggebracht naar hun leprahuizen.
Contact blijven vermijden
Feulner is ervan overtuigd dat wij na de coronapandemie in de liturgie nauwer lichamelijk contact en het veelvuldig aanraken van voorwerpen zullen blijven vermijden. Hij verwacht dat ook het delen van de vredesgroet en het omarmen of het elkaars hand vasthouden tijdens het Onzevader minstens in het seizoen van de verkoudheden uit den boze zullen blijven. Wij moeten ook erover waken dat de buitenkant van de lied- en gebedsboeken regelmatig wordt schoongemaakt en dat de ruimtes waar de erediensten hebben plaatsgevonden na de diensten altijd goed worden geventileerd. Het wijwatervat moet in de toekomst veel vaker én grondiger worden schoongemaakt.
En Feulner voegt tot slot nog eraan toe dat er inderdaad niets nieuw is onder de zon: Zelfs het gebruik van een dispenser voor het wijwater is niet nieuw. Zo’n dispenser, waarbij wijwater druppel voor druppel werd gegeven uit een vergulde dispenser, werd al 110 jaar geleden in Steinhof in Wenen gebruikt om de overdracht van tuberculose te voorkomen.