De patriarchen hebben veel lof voor de stabiliserende rol van Rusland in de regio, terwijl ze teleurgesteld zijn in het 'onverschillige' West-Europa.
Christelijke patriarchen van Syrië en Irak hebben van de week een ontmoeting gehad met de Russische president Vladimir Poetin en de Hongaarse premier Viktor Orban in Boedapest. Vooral Rusland speelt momenteel een erg actieve rol in de regio. De Oosterse kerkleiders drongen bij de politi aan op maatregelen om de aanwezigheid van christenen in het Midden-Oosten te verzekeren. Ze bedankten president Poetin voor de positieve Russische rol in Syrië in de strijd tegen terrorisme en het behoud van de territoriale integriteit van Syrië. Ze vroegen ook meer humanitaire hulp voor miljoenen Syrische ontheemden.
Mor Ignatius Aphrem II, patriarch van de Syrisch-orthodoxe Kerk, zei dat het de hoogste tijd is dat de sancties tegen Syrië worden opgeheven, omdat ze het lijden van het Syrische volk alleen maar vergroten en een negatief effect hebben op de economische ontwikkeling van het land.
De andere deelnemers waren Johannes X, de patriarch van het Grieks-orthodox patriarchaat van Antiochië en het gehele Oosten, Youssef I Absi, patriarch van de melkitische Grieks-katholieke Kerk, en Ignatius Joseph III Younan, de Syrisch-katholieke patriarch van Antiochië. Kardinaal Louis Raphael Sako, de Chaldeeuws-katholieke patriarch van Babylon en aartsbisschop van Bagdad, zou ook aanwezig zijn, maar moest zijn deelname annuleren wegens de opgelopen spanning in Irak.