In Oostenrijk is Goede Vrijdag alleen voor de leden van de oudkatholieke Kerk, de evangelisch-methodistische Kerk en nog twee andere evangelische kerkgemeenschappen een betaalde vrije dag. Voor de katholieken, nog altijd de meerderheid van de bevolking, is het dat niet. Die specifieke regeling is bedoeld om het de leden van die met naam vermelde kerkgemeenschappen mogelijk te maken op Goede Vrijdag hun geloof te kunnen uitoefenen zonder dat ze daarvoor een vrije dag met hun werkgever dienen af te spreken. Als ze die dag werken, hebben ze recht op een feestdagbonus.
Een werknemer die op Goede Vrijdag had gewerkt, maar daarvoor de door hem gevraagde toeslag niet had gekregen, vond dat discriminerend en trok daarmee naar het Oberste Gerichtshof, de hoogste rechtbank in Oostenrijk. Die legde de zaak voor aan het Hof van Justitie van de EU in Luxemburg.
De rechters in Luxemburg hebben de werknemer nu gelijk gegeven. Het hof oordeelt dat ook katholieken en niet-christenen in Oostenrijk op Goede Vrijdag vrij horen te zijn. De uitzondering, die de huidige regeling toestaat, vormt een directe discriminatie op grond van godsdienst. Dat kan volgens het hof niet gerechtvaardigd worden door een beroep te doen op bepaalde rechten en vrijheden. Leden van de andere geloofsgemeenschappen hebben niet hetzelfde recht, aldus de Europese rechters. Zolang Oostenrijk zijn wetgeving niet aanpast om de gelijke behandeling te herstellen, is een particuliere werkgever onder bepaalde voorwaarden verplicht om ook aan zijn andere werknemers een betaalde vrije dag toe te kennen op Goede Vrijdag.
Bron: Vatican Insider/kro-ncrv.nl/katholiek