Volgens mensenrechtenorganisaties en verenigingen voor de godsdienstvrijheid zal de wet tot meer discriminatie leiden.
Het Pakistaanse Hooggerechtshof in Islamabad heeft bepaald dat alle burgers hun godsdienst moeten bekendmaken in officiële documenten, bij sollicitaties voor de administratie of wanneer zij een eed afleggen voor een job bij de overheid, de strijdkrachten of justitie. Een weigering kan beschouwd worden als verraad tegenover de staat.
Volgens Nasir Saeed, de directeur van het centrum voor hulp aan vervolgde christenen CLAAS, maakt deze bepaling in de huidige sociale context waarin religieuze haat en onverdraagzaamheid blijven toenemen, religieuze minderheden nog kwetsbaarder. Hij roept de overheid op om zich sterker in te zetten voor harmonie en religieuze verdraagzaamheid, maar ook voor de veiligheid en de bescherming van de privacy van de burgers en de gelijke behandeling van alle Pakistanen.
Pakistan haalt regelmatig het wereldnieuws wegens het geweld tegen religieuze minderheden en het misbruik van de omstreden blasfemiewetten. Het ministerie van Religieuze Aangelegenheden zegt in een reactie dat de bepaling niet bedoeld is om de minderheden te discrimineren, maar alleen om de administratie vlotter te doen verlopen. Het verwijst ook naar de bepaling dat minstens 5 procent van de jobs door leden van die minderheden moeten ingevuld worden.