Het uitgangspunt van de bio-ethiek moet het leven zijn, en niet ziekte en dood, stelde paus Franciscus maandag in een toespraak.
Paus Franciscus heeft in een toespraak tot de leden van de Pauselijke Academie voor het Leven onderstreept dat de bio-ethiek een wetenschap van het leven moet zijn, niet van de dood. Bio-ethiek moet het menselijk leven vanaf de zwangerschap tot aan de dood beschouwen en moet rekening houden met de sociale en ecologische context waarin het zich bevindt. De paus pleitte voor een globale visie op bio-ethiek vanuit de christelijke ethiek en veroordeelde diegenen die medeplichtig zijn aan het vuile werk van de dood vanuit de visie dat de dood het einde is van alles, dat we toevallig in de wereld zijn en dat wij voorbestemd zijn om in het niets te eindigen.
De betekenis van het leven en de waarde van een persoon mag niet bepaald worden op basis van ziekte en dood. Paus Franciscus
Wetenschappers hebben de plicht tot het verdedigen van de menselijke waardigheid, van de zwaksten en van het leven, dat in al zijn fasen heilig is. Dat vereist niet alleen wetten en technische hulpmiddelen om het leven te beschermen, maar ook menselijke nabijheid, benadrukte Franciscus, die ook de noodzaak van een bekering tot een hedendaagse holistische menselijke ecologie benadrukte. Dit omvat de overtuiging dat alles in de wereld met elkaar verbonden is en dat het menselijke leven aan God te danken is en daarin zijn doel vindt.
De driedaagse conferentie over bio-ethiek loopt nog tot woensdag. Een driehonderdtal wetenschappers uit heel de wereld buigt er zich over de uitdagingen van prenatale gezondheid en zwangerschap, economische ongelijkheid bij de geboorte, migratie en prenatale diagnostiek.