De Peruaanse zuster Maria Agostina Rivas López verdiende haar sporen als verpleegster en missionaris in de jungle bij de meest noodlijdenden.
Paus Franciscus heeft het martelaarschap erkend van Maria Agostina Rivas López, van de contemplatieve zustercongregatie van Onze-Lieve-Vrouw van Liefde van de Goede Herder. Ze werd in 1920 geboren in Peru. Ze zette zich met hart en ziel in voor het Asháninka-volk, een vervolgde en onderdrukte etnische groep uit het Amazonewoud. Zij werd in 1990 samen met zes andere inwoners van een dorp uit 'haat tegen het geloof' vermoord door maoïstische rebellen van het Lichtende Pad. Haar kloostercongregatie zegt daarover: Het was de eerste keer dat een gewapende groep opzettelijk een religieuze vrouw in Peru vermoordde die met het Asháninka-volk werkte en de vrede predikte.
De paus erkende ook de heroïsche deugden van de Italiaanse diocesane priester Felice Canelli (1880 – 1977), de ongeschoeide karmelietes Colomba di Gesù Ostia (1914-1969), de verpleegster Antonia Lesino (1897-1962) van het seculiere instituut van de kleine zusters van de franciscaanse familie, de Poolse priesterBernard de la Mère du Bon Amour(geboren Sigismund Kryszkiewicz, 1915 -1945), de Spaanse priester en Chinamissionaris Mariano Gazpio Ezcurra (1899-1989) en de Hongaarse leek Alexander Bálint (1904-1980), die in 1943 de populaire beweging van Katholieke Socialisten heeft opgericht en zich daarna heeft aangesloten bij de Hongaarse christendemocraten.