Volgens paus Franciscus is een vernieuwing van het geloof onmogelijk zonder goed gevormde priesters.
In een toespraak afgelopen weekdn tot de deelnemers aan een internationaal congres van de Congregatie voor de Clerus, waaraan ook kardinaal Jozef De Kesel deelnam, heeft paus Franciscus herhaald dat de vernieuwing van het geloof en een bloeiende toekomst voor de roepingen alleen maar mogelijk is als er deskundig gevormde priesters zijn. Op de bijeenkomst werd nagedacht over de nieuwe instructie over de opleiding van de kandidaat-priesters. Paus Franciscus vergeleek de vorming van de priesters, die slechts dankzij de tussenkomst van God mogelijk is, met de klei in handen van de pottenbakker. Het vereist moed om ons door de Heer te laten vormen en ons hart en ons leven te laten omvormen.
De paus onderstreepte de rol van de president, de geestelijke directeur, de professoren, alle betrokkenen in de permanente vorming en vooral de plaatselijke bisschop in de (permanente) vorming van geestelijken, die worden uitgedaagd tot tedere nabijheid, verantwoordelijkheid en dialoog. In zijn toespraak in de Clementinazaal vroeg hij de deelnemers aan het congres om zich de vraag te stellen wat voor priester ze eigenlijk willen: Een priester in zijn kantooor, kalm en ordelijk, of een missionaris wiens hart brandt voor de Heer en voor het volk van God? Iemand die zich comfortabel vestigt in zijn eigen welzijn of een leerling op weg? Iemand die lauwwarm is en liever een rustig leventje leidt of een profeet die het verlangen naar God in het hart van de mens wekt?
Paus Franciscus vroeg alle seminarieverantwoordelijken om zich nooit te laten beroven van het enthousiasme voor het Evangelie en de passie voor mensen. Een priester moet met vreugde de frisheid van het Evangelie verwelkomen en hij moet woorden spreken die in staat zijn om het leven van mensen te beroeren.