Paus Franciscus onderstreepte bij de start van de Gebedsweek voor de Eenheid dat sociale inzet de christelijke Kerken dichter bij elkaar brengt.
Paus Franciscus heeft bij de start van de Gebedsweek voor de Eenheid van de Christenen (van 18 tot 25 januari) opgeroepen om zich in te zetten voor een rechtvaardige samenleving. Als christenen onderling solidair zijn, dan kunnen zij als een volk verenigd zijn, zei de paus in de Sint-Paulus-buiten-de-Murenbasiliek in Rome. In de oecumenische plechtigheid waren onder meer een oecumenische delegatie uit Finland, studenten van het Oecumenische Instituut in Bossey en een groep orthodoxe studenten aanwezig.
De paus moedigde gelovigen en vertegenwoordigers van de verschillende christelijke Kerken aan om zich ondanks de onderlinge verschillen voor de eenheid te blijven inzetten. Hij ging in op het thema van de gebedsweek, dat dit jaar een vers is uit het boek Deuteronomium: Zoek het recht en niets dan het recht (Dt 16,20). Als soldariteit en het algemene welzijn niet langer de basis vormen van onze samenleving, dan zien wij hoe het schandaal ontstaat van mensen in extreme armoede, die vlak naast hoge gebouwen, statige hotels en luxe winkelcentra leven, die een symbool zijn van een ongelooflijke rijkdom. Franciscus hield een pleidooi voor een rechtvaardige economische groei, omdat het harmonisch samenleven van verschillende etnische groepen, talen en religies anders in gevaar wordt gebracht.
De internationale gebedsweek voor de eenheid werd in 1909 voor het eerst op initiatief van de Amerikaan Paul Francis Wattson (1863-1940) georganiseerd. Onder impuls van paus paus Pius X (1903-1914) sloot ook de rooms-katholieke Kerk zich officieel aan bij het initiatief. Dit jaar werden de teksten samengesteld door christelijke kerkgemeenschappen uit Indonesië, het land met de grootste moslimbevolking ter wereld en een land dat onder grote sociale tegenstellingen gebukt gaat.