Jarenlange vervolging heeft de kerk creatief, zelfbewust en sterk gemaakt.
Vaclav Maly, de hulpbisschop van Praag, vertelt in een Tsjechisch kerkblad dat de Praagse lente ook een lente was voor de katholieke Kerk. Maly maakte in 1968 als jongere van 18 de gebeurtenissen van dichtbij mee.
Bisschop Vaclav Maly: We mogen de grote repressie niet vergeten. Na de communistische machtsovername werden bisschoppen opgesloten of onder huisarrest geplaatst, kloosters werden in beslag genomen en het kloosterleven werd onmogelijk gemaakt. Na de Praagse lente werd de censuur gestopt en werd gestreefd naar een socialisme met een menselijk gelaat. Op 21 augustus 1969 volgde de grote ontgoocheling met de intocht en repressie van de militairen van het Warschau Pact. Er volgde opnieuw een zuivering in de Tsjechische samenleving, maar ook in de kerk.
Vaclav Maly werd later tot priester gewijd en in 1976 sloot hij zich als een van de weinige priesters officieel aan bij de beweging van Charta77, die streefde naar vrede en gerechtigheid in communistische Tsjechoslowakije. Ook tijdens de Fluwelen Revolutie van 1989 met de splitsing van Tsjechië en Slovakije stond hij naast de legendarische leider en latere president Vaclav Havel mee op de barricaden. Maly is blij omdat er uiteindelijk toch een oplossing kwam voor de compensatie en teruggave van kerkelijke eigendomen die onder het communisme werden geconfisqueerd. Het is nu onze opdracht om nieuwe manier te vinden om het Evangelie te verkondigen.