President Kagame heeft bij de aanstelling van aartsbisschop Kambanda van Kigali opgeroepen tot verzoening en samenwerking met de katholieke Kerk.
De Rwandese president Paul Kagame heeft ter gelegenheid van de aanstelling van Antoine Kambanda tot aartsbisschop van Kigali opgeroepen tot een nieuwe samenwerking tussen Kerk en Staat. Laten we nieuwe paden bewandelen, sprak Kagame. We mogen de Kerk niet langer ervoor veroordelen dat enkele priester mededaders waren in de volkerenmoord.
De Rwandese president verwijst daarmee naar de genocide van 1994 in Rwanda, waarbij in een periode van nauwelijks 100 dagen naar schatting 800.000 Tutsi's en gematigde Hutu’s werden omgebracht. Kagame herinnerde eraan dat paus Franciscus tijdens zijn bezoek aan het Vaticaan van twee jaar geleden vergiffenis heeft gevraagd voor het gedrag van sommige priesters. Tijdens de genocide werden ook vele Rwandezen in kerken gedood, waar ze tevergeefs een onderkomen, hadden gezocht en waarbij ze in enkele gevallen door priesters en religieuzen werden verraden en aan Hutu-milities overgeleverd.
Cynisme
De genocide in Rwanda en de omvang daarvan worden door niemand betwist. Maar de oproep tot verzoening van president Kagame ontbreekt het desondanks niet aan cynisme, gezien de rol van de RPF (de partij van Kagame) in Rwanda in 1994, in DR Congo van eind 199 tot begin 1997 en opnieuw in Rwanda tussen 1997 en 1999. Volgens onderzoeken van de Verenigde Naties, internationale ngo’s, journalisten en academici heeft de RPF daarbij op grote schaal misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden heeft gepleegd. Zo documenteert de Canadese onderzoeksjournaliste Judi Rever in haar boek De waarheid over Rwanda hoe de bevolking in dorpen werd samengeroepen voor de verdeling van humanitaire hulp, waarbij daarna de Hutu’s onder hen werden vermoord. Volgens haar hebben in 1994 in Rwanda twee genocides plaatsgevonden: één tegen Tutsi’s door Hutu-extremisten en een tweede tegen de Hutu’s door het RPF.