De Servisch-orthodoxe patriarch Irenej bestempelt de 78 dagen durende luchtaanvallen als de somberste dagen in de nationale geschiedenis.
In de Heilige Geestkathedraal in Belgrado werd afgelopen zondag de twintigste verjaardag herdacht van de start van de NAVO-bombardementen in de Servische Republiek, die 78 dagen duurden en een einde maakten aan de oorlog in de Balkan. De Servisch-orthodoxe patriarch Irenej trok in de eucharistieviering ongemeen fel van leer tegen deze militaire tussenkomst en bestempelde de 24ste maart 1999 en de dagen die daarop volgden als de somberste dagen in de Joegoslavische geschiedenis. Meer dan 400 burgers kwamen om het leven. Bij de luchtaanvallen werden fabrieken, straten, treinstations en zelfs ziekenhuizen vernield. Ook kleine kinderen die gelukkig op deze wereld kwamen en die onder tranen moesten verlaten, werden niet gespaard. Dit kan slechts de duivel vreugde verschaffen.
Volgens Servische cijfers werden bij de bombardementen, waarbij 19 lidstaten van de NAVO betrokken waren, 25.000 huizen, 595 kilometer spoorwegen, 470 kilometer straten, 14 luchthavens, 19 ziekenhuizen, 69 scholen, 18 kindertuinen, 44 bruggen en 176 monumenten vernield. De opdracht voor de luchtaanvallen kwam er nadat de intussen voor oorlogsmisdaden veroordeelde president Slobodan Milosovic een ultiem vredesplan voor de beëindiging van de oorlog in Kosovo had afgewezen. Het Servische leger zou zich uiteindelijk pas op 9 juni 1999 uit Kosovo terugtrekken.