Door de coronapandemie kunnen jongeren op 11 november geen 'Sint-Mette' zingen, maar er zijn gelukkig voldoende alternatieven.
Door de coronapandemie kunnen vele jongeren, in de streken in Vlaanderen waar Sint-Maarten populair is, dit jaar rond 11 november geen Sinte-Mette zingen. Daarvoor moeten wij wellicht nog wachten tot volgend jaar. Dat belet evenwel niet om het feest van de populaire kinderheilige dit jaar in meer bescheiden kring te vieren.
Volgens de eeuwenoude legende kreeg de Romeinse soldaat Martinus medelijden met een bedelaar. Hij sneed zijn mantel met zijn zwaard in tweeën en gaf de ene helft aan de bedelaar. De legende is een van de duidelijkste en meest inspirerende voorbeelden voor christelijke naastenliefde. Zij blijft tot op vandaag kinderen inspireren om al of niet bij valavond met een lantaarn van huis tot huist te trekken en te zingen, in de hoop om een beetje snoep te krijgen.
Maar er bestaan alternatieven om het feest dit jaar toch nog te vieren:
Omdat de kinderen niet van deur tot deur mogen rondtrekken, wordt hen gevraagd om een lantaarn met een theelichtje, uiteraard brandveilig, aan het raam te plaatsen van hun woning of appartement.
Jongeren worden uitgenodigd om een lantaarn fraai te versieren en om de afbeelding daarna via sociale media te delen.
Op verschillende plaatsen wordt een Sint-Maartentocht georganiseerd waarbij kinderen tot 12 jaar individueel of met hun broers en zussen een traject afleggen en onderweg vragen en rebussen oplossen.
Er is ook en coronavariant van het Sint-Maartenzingen voor gezinnen. Daarbij verbergen beide ouders zich achter een deur en trekken de kinderen in hun huis van deur tot deur terwijl zij Sint-Maarten zingen. Dat blijven zij doen totdat zij de goede deur vinden waarachter hun ouders zich verborgen hebben. Als dat gelukt is krijgen zij uiteraard snoep.
Kinderen kunnen ook creatief aan het werk. Dat is mogelijk door een tekening te maken van de heilige die zijn mantel aan de bedelaar geeft of als zij al wat ouder zijn door op internet en in boeken thuis op te zoeken wie Sint-Maarten was en daarover later te vertellen. Ouders met kleine kinderen kunnen het verhaal van Sint-Maarten ook gewoon voorlezen.
Jongeren kunnen met hun ma of pa ook al kokend aan de slag en Sinte-Mettemannetjes maken met volgende ingrediënten: 475 g bloem, 1 ½ pakje bakpoeder, 250 g kwark, 150 milliliter melk, 150 milliliter olie, 30 g suiker, 1 snufje zout en 475 g bloem en chocoladeschilfers voor de ogen. Daarna alles mengen, kneden en drie kleine mannetjes vormen, die gedurende 15 minuten op 200 graden worden gebakken.
Sint-Maarten
Martinus werd waarschijnlijk in 316 in Savaria geboren, als zoon van Romeinse ouders. Op jonge leeftijd werd hij op vraag van zijn vader soldaat en trok als 15-jarige naar Gallië. Bij een stadspoort van Amiens ontmoette hij een bedelaar, aan wie hij de helft van zijn mantel gaf. Omdat de helft van de mantel eigendom was van Rome kon hij slechts zijn eigen helft weggeven.
Volgens een overlevering was deze bedelaar een verschijning van Jezus of stond hij in alle geval symbool voor Christus. Op zijn 18de liet Martinus zich dopen, zette zijn legerdienst stop en ging het geloof verkondigen. In 371 werd Martinus door de bevolking van Tours gekozen tot bisschop. Hij overleed in 397, toen hij ongeveer tachtig jaar oud was. Op 11 november 397 werd hij begraven in de basiliek van Tours.