Slachtoffers van het Ustasaregime willen duidelijkheid over de 'schat' van het bewind dat met de nazi’s collaboreerde, en de rol van het Vaticaan.
Jonathan Levy, een Amerikaanse advocaat van slachtoffers van het Ustasaregime en hun families, vraagt de steun van de Kroatische overheid om opheldering te verschaffen over de vermeende verborgen schat van de nazivazalstaat.
Na de Duitse intocht riepen Kroatische nationalisten, die zichzelf ustase (opstandelingen in het Servo-Kroatisch), de onafhankelijkheid uit en werd Kroatië een vazalstaat van het Duitse Rijk. Tussen 1941 en 1945 bracht het Ustasabewind duizenden joden, Serviërs, zigeuners en partizanen om het leven en confisqueerde hun eigendommen. Na de oorlog werd het Vaticaan ervan beschuldigd een belangrijke rol te hebben gespeeld in het faciliteren van de ontsnapping van Ustasacollaborateurs en het versluizen van hun oorlogsbuit via de bank van het Vaticaan.
De huidige Kroatische premier Andrej Plenkovic zegt zich niet te willen inlaten met een mogelijke herziening van de geschiedenis, waarbij de Ustashabeweging gelijk wordt gesteld met de jarenlange communistische onderdrukking. Maar Jonathan Levy dreigt ermee naar het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te stappen als Kroatië geen steun verleent in een mogelijke rechtszaak tegen het Vaticaan. De advocaat wil ook dat er een conferentie komt met Duitsland, Italië, het Vaticaan en de Verenigde Staten over de vraag waar de Ustashabuit is gebleven, om die dan terug te gegeven aan slachtoffers en hun families.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.