Het Spaanse gerecht heeft ook in hoger beroep de zware straf voor de moordenaars van de jezuïeten in El Salvador in 1989 bevestigd.
Het Spaanse Hooggerechtshof heeft van de week de lange gevangenisstraf bevestigd voor de moord op de jezuïeten aan de Centraal-Amerikaanse Universiteit van 1989 in San Salvador. De advocaten van de veroordeelde ex-generaal en viceminister Inocente Montano probeerden het vonnis te laten vernietigen, omdat het Spaanse gerecht volgens hen geen jurisdictie heeft in El Salvador.
Het proces maakte duidelijk dat Inocente Montano, de toenmalige kolonel en later viceminister van Defensie van El Salvador, de bijeenkomst had bijgewoond waarop werd besloten om de jezuïeten te vermoorden. De opdracht werd toevertrouwd aan een doodseskader dat was samengesteld uit Salvadoraanse militairen. De bekende bevrijdingtheoloog Jon Sobrino was op dat moment in het buitenland en kon zo de dans ontspringen.
De uitvoerders en de opdrachtgevers voor de moord op de jezuïeten op 16 november 1989 werden in El Salvador zelf nooit ter verantwoording geroepen. Ze konden daarvoor een beroep doen op de omstreden amnestiewet van 1993 en het gebrek aan medewerking door de rechterlijke macht, legertop en de politiek. Bij de aanval van het doodseskader werden vijf Spaanse jezuïeten en een Salvadoraanse confrater neergeschoten. Ook de huishoudster en haar toen 15-jarige dochter werden vermoord.