Volgens EU-gezant Jan Figel gaat de godsdienst- en gewetensvrijheid er steeds sterker op achteruit.
Jan Figel, de buitengewone gezant van de Europese Unie voor de geloofs- en godsdienstvrijheid, noemde het woensdag in Brussel een ernstige vergissing om te denken dat er op het vlak van de godsdienst- en gewetensvrijheid wereldwijd vooruitgang wordt geboekt. Integendeel. Godsdienstvrijheid gaat er steeds sterker op achteruit. Slechts een minderheid van de bevolking wereldwijd geniet godsdienst- en gewetensvrijheid. Nog steeds bestraffen dertien landen atheïsme met de dood. In veertig landen riskeert men de doodstraf voor godslastering.
Figel benadrukt dat godsdienstige kennis essentieel is, ook al omdat dit een van de beste wapens is tegen extremisme en terreur. Er zijn inspanningen nodig om het religieuze analfabetisme te bestrijden. In landen waar de godsdienst- en gewetensvrijheid wordt beperkt, gaan ook de mensenrechten en elementaire basisrechten mee op de schop. Godsdienstvrijheid moet om die reden volgens Figel ook ter sprake komen in de dialoog over de mensenrechten met buitenlandse partners van de Europese Unie.