In zijn Standpunt in Tertio dringt Geert De Cubber erop aan het debat over de financiering van de erediensten op een eerlijke manier te voeren.
Blijkbaar is het nieuws dat het aantal doopsels in België daalt het sein om – nog maar eens – de frontale aanval op de georganiseerde godsdiensten te openen, schrijft Geert De Cubber in zijn Standpunt in Tertio van morgenwoensdag 21 maart. Het opheffen van de grondwettelijke verankering van de godsdienstvrijheid en het afschaffen van de financiering van de erediensten zijn de hefbomen waarmee een bepaalde factie in onze samenleving religie van het publieke toneel wil wegduwen. Dat is niet alleen militant kortzichtig, maar ontkent bovendien de maatschappelijke realiteit: bijna de helft van de nieuwgeboren kinderen wordt gedoopt. Dat is anno 2018 niet min. De discussie mag gevoerd worden, maar niet met ronduit foute argumenten.
Symbooldossier
Ook als het gaat om de financiering van de erediensten moeten we volgens De Cubber het hele plaatje durven bekijken. Veeleer schijnt het een symbooldossier dat een bepaalde militante minderheidsgroep van politici en opiniemakers koste wat het kost wil doordrukken. Dat dat een besparing inhoudt, is een flauw argument. De staat betaalt per jaar in totaal iets meer dan 86 miljoen euro aan lonen voor de bedienaren van de erediensten. Dat cijfer krimpt omdat ook het aantal priesters daalt. Ter vergelijking: politieke partijen krijgen jaarlijks ruim 60 miljoen bovenop de weddes van de mandatarissen. Sport en cultuur mogen in 2018 rekenen op 165 miljoen euro Vlaamse overheidssteun. Dat budget groeit jaar na jaar. Kwestie van dat alles wat in perspectief te plaatsen. Mag het eens?