De twee Libanese kapucijnen die zalig verklaard worden, stierven als martelaars tijdens de vervolging van de Armeniërs vermoord.
Paus Franciscus heeft de decreten ondertekend voor enkele nieuwe zaligen. Daarbij ook twee opmerkelijke namen: de kapucijnen Liunar Melki (1881-1915) en Thuma Saleh (1879-1917). De twee geestelijken werden allebei geboren in Libanon en zorgden voor de pastoraal bij de Armeense christenen in Turkije. In het decreet van de Congregatie voor de Heiligverklaringen wordt erkend dat ze allebei uit haat tegen het geloof werden vermoord.
De Pro OrienteStichting verduidelijkt dat het tweetal niet de eerste martelaars zijn van de Armeense genocide in het Ottomaanse rijk. In 2001 werd ook al de martelaar-bisschop Ignatius Maloyan zalig verklaard. Volgens historici trad de Ottomaanse regering in 1915 heel drastisch op tegen de Armeniërs, maar ook de Syrisch-christelijke bevolking in Oost-Anatolië. Turkije, dat de erfgenaam is van het Ottomaanse rijk, weigert de omvang van die gebeurtenissen tot op vandaag ontkennen en blijft ontkennen dat er sprake was van een georganiseerde volkerenmoord op de Armeniërs.