De dood van de Franse kardinaal Roger Etchegaray (96), bijgenaamd de globetrotter van de paus, krijgt grote weerklank in de wereldkerk. Etchegaray was jarenlang aartsbisschop van Marseille en ging daarna op vraag van paus Joannes Paulus II aan de slag als voorzitter van de Pauselijke Raad Rechtvaardigheid en Vrede (tot 1998) en van de Pauselijke Raad Cor Unum (1984–1995). Die stuurde hem onder meer als gezant naar Irak, Cuba en Libanon. Na de dood van paus Joannes Paulus II was hij ook een van de belangrijkste kandidaten voor zijn opvolging.
George Pontier, apostolisch administrator van Marseille, brengt hulde aan Etchegaray's liefde voor de Kerk, maar ook aan zijn diplomatieke vaardigheden waarvan hij als gezant van de paus tijdens delicate vredesmissies getuigde. Mgr. Pontier herinnert eraan dat hij een van de experts was van Vaticanum II en mee zorg kon dragen voor de uitvoering van de belangrijkste besluiten van dat concilie.
Ook de Commissie van Bisschoppenconferenties van de Europese Unie (COMECE) rouwt om zijn overlijden. Het COMECE-bestuur herinnert eraan dat een intuïtie van de Frans-Baskische kardinaal, uitgeschreven in een nota uit 1965, toen hij nog secretaris-generaal was van de Franse Bisschoppenconferentie (CEF), in 1980 de impuls heeft gegeven voor de oprichting van de COMECE. Uit zijn beschouwing over de oprichting van een bisschoppelijke commissie met een afgevaardigde van elke bisschoppenconferentie werd in 1971eerst de Raad van Europese Bisschoppenconferenties van Europa (CCEE) en in 1980 vervolgens ook de COMECE geboren.
Mgr. Éric de Moulins-Beaufort, de aartsbisschop van Reims en huidige voorzitter van de CEF, wijst op de rol van de Franse kardinaal in de gesprekken met de aanhangers van de schismatieke aartsbisschop Marcel Lefebvre, de stichter van de Sint-Pius X-Priesterbroederschap. Volgens hem werd deze onvermoeibare pleitbezorger van de mensenrechten gekenmerkt door een groot geloof in de rechtvaardigheid en zachtmoedigheid. Op vraag van paus Joannes Paulus II ging hij in gesprek met alle regimes, maar allereerst met het verzoek om de mensenrechten en het recht op godsdienstvrijheid dat daaruit voortvloeit te respecteren.