President Maduro heeft de grenzen gesloten voor humanitaire hulp. Volgens hem is die niet nodig en de voorbode van een militaire interventie.
De Venezolaanse bisschoppen hebben vlak voor de sluiting van de grensovergangen met Colombia en Brazilië de linkse president Maduro opgeroepen om de schreeuw van zijn volk te horen en humanitaire hulp toe te laten. Die hulp mag niet politiek gemotiveerd zijn, maar moet de bevolking ten goede komen. De oproep komt er naar aanleiding van de machtsstrijd tussen de president en de oppositie over de humanitaire transporten, die aan de grensovergangen tevergeefs op toestemming wachten. De president heeft zijn aanhangers overtuigd dat die slechts een paard van Troje zijn voor een militaire interventie in het Latijns-Amerikaanse land. Maduro zegt dat de humanitaire crisis in het land een verzinsel is.
Volgens de bisschoppen is er echter dringend nood aan zowel medicijnen als voedsel. De president kan niet blijven beweren dat humanitaire hulp overbodig is, reageert bisschop Mario Moronta van San Cristóbal. Volgens de Venezolaanse bisschoppen heeft de regering de taak om de verspreiding van humanitaire hulp te vergemakkelijken en elke vorm van repressief geweld te beletten. Hulpverlening is geen verraad, maar een morele plicht, gezien de dramatische tekortkomingen en de noden van het Venezolaanse volk.