Volgens theoloog en vicaris-generaal van het bisdom Osnabrück, Ulrich Beckwermert, kan de katholieke Kerk nog veel van de bijen leren.
Vicaris-generaal Ulrich Beckwermert van het Duitse bisdom Osnabrück haalt in zijn land heel wat media-aandacht met zijn 160 pagina's tellende, geïllustreerde boek over het leven van de bijen. Hij is een academisch geschoolde theoloog, die sinds 2020 vicaris-generaal en dus plaatsvervanger is van bisschop Franz-Josef Bode en die al van kindsbeen af gefascineerd is door de wondere wereld van de bijen. In zijn vrije tijd is Beckwermert imker en momenteel heeft hij zeven bijenkorven in de tuin van het seminarie van Osnabrück. Zijn boek geeft een antwoord op vragen als: hoe verzamelen bijen nectar en hoe maken zij daarvan honing? Wat is het verschil tussen bijen en wespen? Wat zijn de taken van darren, werksters en koninginnen ...?
Bijen vervulden ook in de geschiedenis van de katholieke Kerk altijd een belangrijke rol, weet Ulrich Beckwermert. Vroeger hielden veel kloosters de insecten om hun honing te oogsten. Zij gebruikten de was om kaarsen te maken voor hun diensten. In oude kerkgebeden wordt de ijver van de bijen geprezen. Zijn pas verschenen boek Zoals het zoemen van bijen. Wat de kerk van honingbijen kan leren vestigt ook de aandacht op de parallellen tussen bijen en de kerk.
In het begin van zijn boek vertelt Beckwermert over zijn angst in de winter van vorig jaar, toen hij vreesde dat zijn bijen door de ongewoon lage temperaturen waren doodgevroren. Maar toen ik twee keer met mijn hand op de bijenkorf klopte, hoorde ik een kort gezoem. En dan volgde de opluchting: ze leven! Ook de Kerk verkeert momenteel in een diepe winter. Door het seksueel misbruik van priesters en het financiële schandaal hangt er een ijzige sfeer binnen de katholieke Kerk. Bijen klampen zich vast aan de hoop dat er na de winter een lente zal volgen. Zij bereiden zich voor op het warme seizoen door te beginnen met broeden terwijl het buiten nog winter is, ook al is dat een risico. De Kerk kan van dat vertrouwen van de bijen leren. Hij ziet bovendien ook nog een parallel tussen de ijver van de bijen en de inzet van de vele vrijwilligers in de parochies en katholieke liefdadigheidsinstellingen. Misschien belangrijker nog, voegt hij er met een knipoog aan toe, is dat er in de bijeenkorf geen sprake is van mannelijke dominantie. De resultaten worden er bereikt door samenwerking. Tegelijk zijn die bijeen ook erg kwetsbaar voor het klimaat. Zo herinneren zij ons blijvend aan onze taak om de schepping te beschermen.