Spaanse priester en zijn dochter alsook een jonge Italiaan die aan een hersentumor overleed zetten een belangrijke stap naar de zaligverklaring.
Paus Franciscus heeft decreten ondertekend met de erkenning van de eerbiedwaardigheid van drie Italianen - twee priesters en een jonge leek - en een Spaanse geestelijke en zijn dochter. De twee Italiaanse priesters zijn de populaire en eenvoudige armenpriester Francesco Caruso (1879-1951) die onder meer een weeshuis oprichtte en de oblaat, biechtvader en spirituele leidsman Carmelo De Palma (1876-1961) uit Bari. De Spanjaard is Francesco Barrecheguren Montagut (1881-1957), een redemptorist. Voor hij intrad in de congregatie van de Allerheiligste Verlosser en daar tot priester werd gewijd, was hij getrouwd en vader van een dochter. Hij trad in nadat hij weduwnaar was geworden. Ook zijn dochter, Maria de la Concepción Barrecheguren García (1905-1927), wordt eerbiedwaardig verklaard.
Meest opmerkelijk is echter de erkenning voor de Italiaanse leek Matteo Farina (1990-2009), die op 18-jarige leeftijd overleed aan een hersentumor nadat zes jaar lang verschillende hersenoperaties, chemotherapie en andere behandelingen had ondergaan. De jongen groeide op in een erg christelijk gezin in de Zuid-Italiaanse stad Brindisi. De jonge Matteo was gepassioneerd door muziek en chemie. Hij was een actieve christen met een eenvoudige levensstijl, die sterk werd geïnspireerd door Sint-Teresa van het Kind Jezus, Sint-Franciscus van Assisi, Sint-Gemma Galvani en de zalige Pier Giorgio Frassati. Volgens zijn postulator werd hij sterk gedreven door het verlangen om te evangeliseren onder zijn leeftijdsgenoten. Hij overleed op 24 april 2009, omringd door familie en vrienden.