Onroerend Erfgoed heeft in afwachting van de definitieve erkenning de calvaries op de begraafplaatsen van Asse en Wemmel voorlopig beschermd als monument. Calvaries werden al vanaf de 13de eeuw op onze begraafplaatsen opgetrokken. Meestal zijn het levensgrote afbeeldingen van de gekruisigde Christus, vaak geflankeerd door Maria en de Heilige Johannes. Hoe dichter iemand bij de calvarie begraven werd, des te belangrijker was zijn status in de dorpsgemeenschap.
Gemeenten beheerden vanaf de late 19de eeuw seculiere, neutrale begraafplaatsen, maar ook daar bleef het een gewoonte om calvaries op te richten. Ook in de geseculariseerde samenleving werd aan deze traditie vastgehouden. De calvaries in Asse en Wemmel zijn twee bijzonder late voorbeelden van die gewoonte. Beide constructies zijn artistiek bijzonder uitgewerkt. Daarom worden zij nu beschermd als monument, aldus Vlaams minister-president Geert Bourgeois.
De calvarie in Wemmel
Inwoners van Wemmel schonken in 1929 een calvarie, met een indrukwekkend bronzen kruis in neogotische stijl dat steunt op een sokkel met de afbeelding van de twaalf apostelen. Twaalf graftombes met afwisselend grijze en roze granieten afdekstenen vormen de voet van de calvarie, waar de burgerij van Wemmel zich graag liet begraven.
De calvarie in Asse
De calvarie van Asse is een kunstwerk van beeldhouwer Antoon Van Parys (1884-1968), een van de laatste grote beoefenaars van de funeraire beeldhouwkunst. Zijn beelden in mystieke stijl zijn over heel Vlaanderen te vinden, vooral in en rond zijn thuisstad Deinze. De calvarie, die hij wellicht met zijn zoon Luc heeft gemaakt, is het middelpunt van een padenpatroon dat vermoedelijk kort na de Tweede Wereldoorlog aangelegd werd en dat geflankeerd wordt door een meer dan vier meter hoge taxus en hulststruiken.
Bron: Onroerend Erfgoed