De route illustreert de invloed van de cisterciënzers op het cultuurlandschap in Midden-Europa.
Goed nieuws voor wandelaars en pelgrims. In Bamberg (Duitsland) werd met onder meer een indrukwekkende (video)film een nieuw midden-Europees wandelpad in het spoor van cisterciënzers voorgesteld. De nieuwe langeafstandswandelroute verbindt 17 cisterciënzerkloosters in Oostenrijk, Slovenië, Tsjechië, Duitsland en Polen, die ook volop hun medewerking verlenen aan het cultureel-religieuze project. Birgit Kastner, hoofd van de afdeling Kunst en Cultuur in het aartsbisdom Bamberg, bevestigt dat er nog culturele partners worden gezocht om zich aan te sluiten en hun culturele erfgoed langsheen het cisterciënzernetwerk zichtbaarheid te geven. Bij de route hebben zich onder meer de bekende kloosters van Rein (1129) in Steiermark, Heiligenkreuz (1133), Hohenfurt (Vyssi Brod, Bohemen), Velhrad (Moravië, 1205) en Maulbronn in de Salzach-vallei in Baden-Württemberg (1147) aangesloten.
Lees verder onder het videofragment.
Voor het correct weergeven van deze inhoud dien je (sociale) content cookies te aanvaarden.
De cisterciënzerorde werd in 1098 in Citeaux gesticht door een groep benedictijnen van de abdij van Molesme onder leiding van hun abt, de later heilig verklaarde Robertus. De cisterciënzers keerden terug naar de basisregel van Sint-Benedictus ora et labora (bid en werk) en vestigden zich meestal in onbewoonde en onherbergzame gebieden in heel Europa. Hun kloosters hadden niet alleen een uitstraling op religieus en spiritueel vlak, maar ze waren in die periode ook economisch van groot belang. Vanuit de specifieke noden in de kloosters ontstonden overal vijvers, wijngaarden, bossen voor gecontroleerde houtwinning en gebieden voor landbouw, veeteelt, fruit- en hopteelt, zegt Kastner. Bovendien speelden zij ook een belangrijke rol in de uitbouw van handelsroutes naar de steden, waar kloosters hun goederen aanboden.
