In het vooruitzicht van de Israëlische parlementsverkiezingen van 9 april worden ngo’s extra aan banden gelegd.
De Wereldraad van Kerken heeft gisteren bekendgemaakt dat het zijn oecumenische begeleiders uit Hebron terug roept. Volgens een communiqué van de Wereldraad gebeurt dat uit veiligheidsoverwegingen, omwille van de onophoudelijke intimidatie van kolonisten ondersteund door het Israëlische leger. Op basis van de observaties werd het beleid van de Israëlische overheid meer dan eens op de korrel genomen. Israël is die kritiek van de Wereldraad van Kerken, die een half miljard christenen vertegenwoordigt, en andere niet-gouvernementele organisaties op wantoestanden in de bezette gebieden meer dan beu. Daarom wordt hen zoveel mogelijk het werken onmogelijk gemaakt.
Onder de groepen die het Hebrongebied verlaten is ook de Tijdelijke Internationale Aanwezigheid in Hebron (TIPH), in dit geval als gevolg van een beslissing van de Israëlische regering om het mandaat niet te verlengen. Het TIPH observeert en rapporteert over schendingen van de overeenkomsten tussen de Palestijnse Autoriteit en Israël over Hebron, evenals over schendingen van het internationale humanitaire recht en internationale mensenrechtenwetgeving. De missie moet het gevoel van veiligheid voor de Palestijnen in Hebron bevorderen en de stabiliteit in de stad versterken. Olav Fykse Tveit, secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken, hoopt dat oecumenische begeleiders en andere internationale bewakings- en beschermende aanwezigheden zo snel mogelijk naar het gebied kunnen terugkeren.