De Zimbabwaanse bisschoppen roepen militaire leiders op tot terughoudendheid en vragen een onderzoek naar berichten over marteling.
In het nationale sportstadion van Harare vond afgelopen zaterdag de uitvaartplechtigheid plaats van gewezen dictator Robert Mugabe, die 37 jaar lang het land met bikkelharde hand geleid. In toespraken op de plechtigheid, in aanwezigheid van enkele Afrikaanse leiders, werd de op 95-jarige leeftijd overleden president, die in 2017 onder dwang van de macht werd verdreven, geloofd als een bevrijdingsheld. Woorden van lof waren er ook voor zijn bijdrage in de emancipatie van de zwarte bevolking en als panafrikanist.
In een opmerkelijk openhartige brief erkennen de Zimbabwaanse bisschoppen dat die eigenschappen terecht aan hem kunnen worden toegeschreven. Maar tegelijk moeten wij ons afvragen wat er is misgegaan. Ze onderstrepen dat doelen, hoe hooggestemd ook, nooit een rechtvaardiging kunnen zijn voor de middelen: De bedoelingen en doelstellingen waren goed, maar de manier om die te bereiken roept vele ethische vragen op. De bisschoppen herinneren onder meer aan de wanpraktijken zoals de nachtelijke gewelddadige interventies bij tegenstanders door onbekende gemaskerde mannen met afranselingen, marteling, seksueel geweld, ontvoeringen, intimidatie van dissidenten en de gewelddadige onderdrukking van demonstraties door de politie. Dergelijke daden horen niet thuis in een democratische samenleving en er mag geen straffeloosheid zijn voor degenen die deze misdaden hebben begaan.