‘The Sound of Silence’ en psalm 88
Psalm 88 is een uitzonderlijk neerslachtig klaaglied. Duisternis en stilte zijn alomtegenwoordig. Maar hoe zwaar de psalmist zijn klacht ook formuleert, hij behoudt een zeker vertrouwen, want hij noemt God nog altijd ‘mijn redder’ en hij stopt niet met bidden: Ik roep u aan, elke dag.
Enkele gedachten en verzen echoën in The Sound of Silence. Zo beschrijven beide liederen duisternis, eenzaamheid en stilte.
Het laatste vers van psalm 88 is frappant naast het openingsvers van The Sound of Silence:
- Mijn enige metgezel is de duisternis ~ Hello, Darkness, my old friend
Eenzaamheid en stilte lezen we in volgende verzen:
- Ik ben als een gesneuvelde in een massagraf, aan wie u niet langer denkt, losgerukt uit uw hand ~ In restless dreams I walked alone
- overdag schreeuw ik het uit, ’s nachts zit ik stil voor u neer ~ And the vision that was planted in my brain / Still remains /Within the sound of silence
Maar er is hoop. In de psalm reikt de zanger naar God om hulp te vragen, in het lied reikt hij naar de menigte mensen om hulp te bieden:
- ik roep u aan, HEER, elke dag, en strek mijn handen naar u uit ~ Hear my words that I might teach you / Take my arms that I might reach you
De woorden van Simon & Garfunkel komen echter neer als stille regendruppels en maken de stilte alleen nog maar groter:
- But my words like silent raindrops fell
And echoed in the wells of silence
Daarna volgt een verwijzing naar een heel andere plek in de Bijbel:
- And the people bowed and prayed
To the neon god they made
Mensen buigen en bidden voor een neongod die ze zelf gemaakt hebben. Dit doet sterk denken aan het verhaal in Exodus, waar de Israëlieten een gouden kalf beeldhouwen en vereren. Wanneer Mozes van de berg afdaalt met de 10 woorden van leven die hij net van God ontving, is hij diep verontwaardigd over zoveel stompzinnigheid.
Toch gaat in The Sound of Silence niet alle wijsheid verloren:
- And the sign said, "The words of the prophets
Are written on the subway walls
And tenement halls
And whispered in the sounds of silence”
De stilte wordt wel degelijk doorbroken, al is het in geschreven vorm en fluisterend. Wie oren heeft, dat hij luistert! Wie een stem heeft, dat hij spreekt! Wie een lied kent – al is het een klaaglied – dat hij zingt! Durf de stilte doorbreken. God luistert.
En weet je nog waarin Elia God herkende? Niet in een krachtige windvlaag, aardbeving of vuur, maar in … juist: het gefluister van een zachte bries.