Vrijwilligers verrichten goed werk. Wat zij doen is bewonderenswaardig. Het is bovendien een weldaad voor de samenleving en voor het persoonlijk welbevinden van de vrijwilliger zelf. Heel wat psychologische en sociologische studies bogen zich eerder al over vrijwilligerswerk. Maar het roept ook veel interessante filosofische vragen op. Want wanneer telt iets als vrijwilligerswerk? Wat maakt het precies zo waardevol? Is een samenleving zonder vrijwilligers mogelijk? Wat is de taak van de overheid? Is vrijwilligerswerk een noodzakelijk onderdeel van goed burgerschap? Tot op welke hoogte zijn mensen verantwoordelijk voor het welzijn van hun buren? Zijn vrijwilligers morele helden? Of doen ze iets heel gewoons?
De antwoorden inGewone heldenbouwen verder op wat hedendaagse filosofen zoals Martha Nussbaum, Harry Frankfurt en Peter Singer denken over samenleving, geluk en moraliteit. Maar de theorie is veel sterker als de praktijk haar illustreert. Net daarom worden opvattingen van grote filosofen in dit boek afgewisseld met getuigenissen van gewone helden over hun ervaringen met vrijwilligerswerk. Omdat de auteur ervan overtuigd is dat bijna iedereen goede redenen heeft om vrijwilligerswerk te doen, ontwikkelde ze deze kleine ethiek van het vrijwilligerswerk. Mensen met interesse in samenlevingsopbouw, cultuurkritiek, zingeving, filosofie of vrijwilligerswerk zullen met dit boek hun inzicht en engagement vast en zeker aanscherpen!